Op één oktober 2013 kreeg de Vlaamse euthanasie-arts Wim Distelmans opnieuw nationale én internationale media-aandacht. De krant ‘Het Laatste Nieuws’ kwam die dag met het bericht dat de 44-jarige Nathan Verhelst, die was geboren als Nancy, de dag voordien was geëuthanaseerd onder diens ‘medische’ begeleiding.
|
Distelmans stelt de dood van Nathan vast. |
De door de media opgevoerde euthanasiepionier én grondlegger van
de Belgische euthanasiewetgeving was enigszins verwonderd dat Nathan zijn verhaal had gedaan aan
Het Laatste Nieuws. Desalniettemin zei de oncoloog dat zijn patient voldeed aan ‘alle’ voorwaarden
uit de euthanasiewetgeving. Distelmans deelde tijdens een interview op Radio 1 mee dat ondraaglijk
lijden volgens de euthanasiewet zowel fysisch als psychisch kan zijn. In dit specifiek geval ging het
over psychisch lijden en stelde Distelmans dat het helemaal niet zo uitzonderlijk is dat patiënten met
psychische problemen worden geëuthanaseerd. Op de vraag wat dan wel de voorwaarden van de
euthanasiewet waren, antwoordde Distelmans laconiek dat er een bijkomend advies moest worden
gevraagd aan twee artsen waarvan bij niet-terminaal lijden zeker één arts een psychiater moet zijn.
Bovendien moet er een maand zijn verstreken tussen de schriftelijke aanvraag van de patiënt om
geëuthanaseerd te worden en de effectieve uitvoering ervan. Toch stelt de wetgeving dat de adviezen
van de twee andere artsen helemaal niet bindend zijn en een euthanasie-arts negatieve adviezen
dus gewoon naast zich neer kan leggen. In principe moet je als patiënt dus enkel een bereidwillige
euthanasie-arts vinden die vervolgens twee al dan niet bindende schriftelijke rapporten in het medisch
dossier van de patiënt moet bewaren.
Het is opvallend dat Wim Distelmans zich als euthanasie-arts in België zoveel ‘vrijheid’ kan
permitteren en zich heeft opgewerkt als een mediafiguur die voortdurend zijn fundamentalistisch gedachtengoed propageert in verschillende kranten en tijdschriften. Zijn geïnstitutionaliseerde
achterban heeft hem bovendien gelauwerd als een laureaat “Helden van de euthanasiewet”. Hij is
jarenlang voorzitter geweest van de Federale euthanasiecommissie en hij heeft zijn eigen ideologische
vereniging opgericht. Vanuit de Federale euthanasiecommissie ziet Distelmans dus toe dat ‘zijn’
euthanasiewetgeving wordt nageleefd, maar hij kan het duidelijk niet laten om zelf vele lethale
injecties toe te dienen na het advies ingewonnen te hebben van bevriende artsen waarvan de wettelijk
vereiste onafhankelijkheid in vraag kan gesteld worden. Daarenboven haalt de Vlaamse held van
de zelfbeschikking regelmatig de wereldpers met zijn primeurs. Het is toch bizar dat Distelmans
een aangifte gaat doen van de door hem zelf uitgevoerde euthanasiegevallen die hij vervolgens via
de Federale euthanasiecommissie zelf moet gaan beoordelen. Als belangrijkste euthanasie-arts is
Distelmans bijgevolg zowel rechter als uitvoerder.
Vinden we het nu werkelijk een goede zaak dat we in onze samenleving steeds opnieuw worden
geconfronteerd met dergelijke schrijnende euthanasieberichtgevingen? Als de euthanasiewetgeving in België ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat er door deze wet euthanasie-artsen zijn ontstaan die hun handelingen uitsluitend toetsen aan hun eigen interpretatie van de wet en vinden dat ze geen morele verantwoording verschuldigd zijn aan de maatschappij.
Dr. Sc. Tom Mortier & Dr. Med. Steven Bieseman, departement Gezondheidszorg en Technologie, Katholieke Hogeschool Leuven
Dr. Med. Georges Casteur, huisarts, Oostende
Dit opiniestuk werd gepubliceerd in Artsenkrant op vrijdag 11 oktober 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten