Een brief aan Bernheim & Vermeersch naar aanleiding van hun persoonlijke aanval. Deze brief werd gepubliceerd op 2 juli 2015 in de krant waarin Bernheim & Vermeersch hun aanval mochten lanceren.
"Het opiniestuk van Jan Bernheim en Etienne Vermeersch, waarin zij hun ontgoocheling uiten over een publicatie in het toptijdschrift The New Yorker, is mij toegestuurd. In die publicatie is onder meer een getuigenis van mij opgenomen, omtrent de dood van mijn fysiek gezonde moeder door tussenkomst van Wim Distelmans, en dat zonder dat mijn zus of ikzelf vooraf op de hoogte werden gebracht.
In hun tekst stellen deze auteurs dat de schrijfster van het stuk anti-wetenschappelijk te werk gaat, en stellen zij vragen bij mijn mentale gezondheid. Ik heb nooit persoonlijk contact gehad met Etienne Vermeersch of Jan Bernheim. Wel heb ik recent en in een wetenschappelijke bijdrage kritiek geuit op het wetenschappelijk werk van Jan Bernheim en zijn collega’s. Ik ben afgestudeerd als doctor in de scheikunde en geef reeds jaren les aan de University Colleges Leuven-Limburg, een bij mijn weten gerespecteerde instelling. Mijn wetenschappelijke integriteit is nooit in vraag gesteld. Tijdens mijn doctoraat heb ik gepubliceerd in de internationale literatuur.
Dat Bernheim en Vermeersch niet gelukkig zijn met het resultaat van een journalistiek artikel in een gerenommeerd internationaal tijdschrift, is jammer voor hen, maar een (eerlijk gezegd nogal vulgaire) ad hominem aanval is het debat uit de weg gaan en getuigt ook niet meteen van een wetenschappelijke kijk op de problematiek.
Het zou verstandiger zijn als de auteurs de morele en politieke vragen die het artikel uit The New Yorker oproept op een correct filosofische en beargumenteerde manier zouden beantwoorden."